Meerdere SIM-kaarten gebruiken
Het apparaat werkt met één of met twee geplaatste SIM-kaarten. U ontvangt naar beide
SIM-kaarten binnenkomende communicatie en daarna selecteert u van welk nummer u
de uitgaande communicatie wilt uitvoeren. Voordat u beide SIM-kaarten kunt gebruiken,
moet u ze inschakelen en de SIM-kaart selecteren die het dataverkeer zal verwerken.
U kunt oproepen die binnenkomen op SIM-kaart 1 doorschakelen naar SIM-kaart 2 als
SIM-kaart 1 niet bereikbaar is, en omgekeerd. De functie heet Dual SIM reachability. U
moet dit handmatig inschakelen. Zie
Oproepen doorschakelen
op de pagina 82.
Het gebruik van twee SIM-kaarten in- of uitschakelen
1
Tik in het
Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
Instellingen > Dubbele SIM.
3
Tik op de schuifregelaars
SIM1 en SIM2 om de SIM-kaartblokkering in of uit te
schakelen.
De naam van een SIM-kaart wijzigen
1
Tik vanuit het
Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
Instellingen > Dubbele SIM.
3
Selecteer een SIM-kaart en voer er een naam voor in.
4
Tik op
OK.
Selecteren welke SIM-kaart dataverkeer afhandelt
1
Tik in het
Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
Instellingen > Dubbele SIM > Mobiel dataverkeer.
3
Selecteer de SIM-kaart die u voor dataverkeer wilt gebruiken.
Selecteer voor hogere datasnelheden de SIM-kaart die het snelste mobiele netwerk
ondersteunt, bijvoorbeeld 3G of LTE.